bed

Echt slapen doe je pas

Ik bevind me in de slaapkamer van een jonge vrouw. Het is een benauwd kamertje, met schuine wanden en net genoeg ruimte voor een klein bureautje en een bescheiden tweepersoonsbed. De vrouw en ik kijken samen naar het bed. De matras is ontdaan van haar beddegoed en toont onbeschaamd vochtplekken zo groot als reddingsboeien.

‘Ik denk dat ik de matras toch maar niet meeneem’ open ik.
‘Ik had er anders wel op gerekend… Zo zadel ik mijn huisgenoot er mee op’ antwoordt de vrouw die overmorgen voor een jaar naar New York vertrekt.
Ik stel voor om de matras samen naar beneden en de tuin in te dragen. Dan hoeft de huisgenoot in kwestie maar een paar meter te sjouwen voordat het grof vuil langskomt. De vrouw ziet mijn voet bij stuk en stemt toe.

Weer boven halen we eerst de lattenbodems eruit. Onder het bed ligt het stof van jaren als grijze watten bijeen. De vrouw gaat beneden schroevendraaiers halen. Ik stap in het stof. In de vensterbank staan portretten van een oosterse goeroe en spirituele parafernalia. Een ingelijste opsomming vermeldt 10 redenen waarom de vrouw de moeite waard is, in dameshandschrift. Een zwarte kat loopt naar binnen en informeert klaaglijk naar diens verdwenen ligplek.

De vrouw stapt bij me in bed en begint te schroeven. Ik vang schroefjes op en duw en trek waar nodig. Even later staat het bed onttakeld tegen de muur.
Beneden overhandig ik haar 2 versgepinde bankbiljetten. Uit een la komt haastig geleend wisselgeld.
Nu nog een matras.