Een afdwaling

Toch zeker driehonderd meter lager ligt de haarspeldbocht als een omgekeerde U op hem te wachten. Negen van die kronkels is ie nu al voorbijgeaarzeld. Deze moet het worden. Hij remt abrupt en staart naar beneden, in de diepte. Tussen de kolkende woede daar jeukt een hardnekkige twijfel.
    Het dorp in zou ze, zei ze. Maar ondertussen natuurlijk weer bellen met die gesjeesde badmeester van d’r. Met zijn stierennek en zijn geoliede haren. En zij maar denken dat hij niks in de gaten heeft. Hij knijpt even hevig in zijn van hoogwaardig carbon vervaardigde stuur. Geef jij nog wel om mij?, heeft ze hem gevraagd. Of alleen maar om dat fucking fietsen van je? Hij vindt het flauwekul. Ja, hij steekt veel tijd in zijn passie. Bijna al zijn tijd, eigenlijk. Maar wat is er mooier dan fietsen, je fiets onderhouden en op vakantie de Tour na te fietsen? Het zijn toch elk jaar weer schitterende streken? Zoals hier, in de Rougonne. Voor haar zijn er volop boetiekjes vol vrouwenfrutsels. En wees eerlijk, na drieëntwintig jaar huwelijk is het toch al heel wat dat ie überhaupt nog ergens passie voor heeft. Nee, maar zij. Middenin zijn vakantie, en ze wèèt hoe belangrijk die voor hem is, vertelt ze hem dat het over is. Ze wil die zwembadkoning bij d’r in laten trekken. Met z’n begrip, z’n aandacht en zijn inlevingsvermogen. Of hij bij thuiskomst gelijk z’n biezen wil pakken. Welke biezen? Wielerwijsheid, een encyclopedische kennis van het cyclisme, dat heeft hij verzameld. Villa, wagens, lopende rekening en liggende gelden zijn van haar. Mag hij zeker bij zijn bejaarde ouders in Kaakhorn intrekken. In het schuurtje slapen, wordt dat. Dat nooit. Maar dit, dit is wel erg definitief.
    Zijn afscheidsbrief geeft de doorslag. Dat met theatrale hanenpoten volgekraste A4-tje. Het ligt op de keukentafel van hun vakantiehuisje vol verwijten op haar terugkeer te wachten. Wat moet ie dan? Schat, het was een grap, ha ha? Er is geen weg terug, zoveel is duidelijk.
    Met een vormelijk gebaar neemt hij zijn helm af en werpt die in het struikgewas. Daarna draait hij de schoenplaatjes onder zijn schoenen vandaan. Controleert de batterij van zijn telefoon en steekt die terug in het zakje op zijn rug. Neemt een reuzeslok Chateau Lagrave uit zijn bidon en gooit die in dezelfde richting als zijn helm.
De laatste auto reed hem een kwartier geleden voorbij. Hij luistert ingespannen. Alleen het gekwetter van bergsnip en kogelwiek, of hoe ze allemaal ook mogen heten. Tijd voor zijn laatste ronde.
    Hij zet aan en schakelt razendsnel door de versnellingen. Zo hard als dit is ie nog nooit afgedaald. De afzetting komt hem in noodtempo tegemoet. Een gietijzeren railing in potige betonblokken verzonken. Nou niet wèèr halverwege in de remmen en het stuur naar links. Nee, voluit door en recht in de bodem van die omgekeerde U mikken. Secondes voordat ie het blok raakt laat hij zijn stuur los, gaat op de pedalen staan en spreidt zijn armen. Een rotklap. De fiets blijft grotesk verbogen achter, hijzelf snijdt hoog door de lucht. Even lijkt zijn snelheid groot genoeg om als een zweefvlieger zonder vlieger verder te glijden. Maar dan grijpt de zwaartekracht zijn lijf en trekt het naar beneden. Waar hij de dood verwacht vindt hij een potige spar. In een reflex grijpt hij in het geboomte en krijgt warempel grip. Takken en bladeren slaan hem en schuren hem rauw maar zijn val komt tot stilstand. De boomtop die hem gevangen heeft zwiept wild heen en terug en vindt dan weer zijn balans.
Met witte knokkels omklemt hij de schriele stam, zijn voeten trillend op een zijtak. Voorzichtig monstert hij de schade. Broek en shirt gescheurd en overal schaafwonden, maar het lijf lijkt intact. Om hem heen een vale vlakte en hoog boven hem de Col, waar Sancho Mitrita een maand geleden nog een kansloze ontsnapping waagde.
    Hij kàn zich nog uit de boom storten natuurlijk. Beneden zich ziet ie talloze takken en daaronder de rotsige bodem. Zul je zien dat hij zich alsnog een dwarslaesie valt. Hij is uit zijn zweefduik in de enige boom in de omtrek gevallen. Had ie het zo gewild, was het hem niet gelukt. Met een kakelvers aanvoelende voorzichtigheid begint hij tak voor tak de woudreus af te dalen.