Ik luister naar een podcast over de strijd van de Romeinen tegen de Germanen. De Germanen winnen, ze lokken de door vriendjespolitiek op zijn plek terechtgekomen Romeinse generaal en zijn gevolg het duistere woud in, en slachten ze allemaal af. Ondertussen ben ik een eerder door mij op maat gezaagde plank aan het grondverven. Terwijl die droogt werk ik verder aan mijn ontwerp. Voor het gouden jubileum dat mijn ouders vorige maand vierden maakte ik een kunstwerk. Zoiets wil mijn dochter nu voor haar zesde verjaardag ook. Ze heeft voor me opgeschreven wat daarop te zien moet zijn.
poes
leturs
boom
vorumujs
reeguboog
rosu
Svea
natur
moieit
Mijn werk voldoet niet aan al haar wensen. Maar leturs, vorumuj, Svea en de kleur rosu zitten erin. Uiteraard streef ik ook naar moieit. Uitgevoerd in papier, hout, en glas. Om half acht rond ik af, zin in eten.
Onderweg terug langs de rivier word ik ingehaald door een jongen op een elektrische step. Is hij onderweg naar de plundering? Een bericht doet de ronde dat de supermarkt tegenover mijn woning vanavond geplunderd gaat worden. Er is een Whatsapp groep met zo’n honderd man. Ik denk dat het allemaal zo’n vaart niet zal lopen, de politie is op de hoogte.
Dichterbij huis zijn er opvallend veel mensen onderweg. Sommigen staan op vreemde plekken stil in auto’s, van binnen gloeien de schermen van telefoons. Her en der lopen groepjes schichtig om zich heen te kijken in het 2021 jeugduniform: zwarte hoody, mond bedekt met iets zwarts, zwarte, taps toelopende trainingsbroek, sneakers. Vlakbij mijn huis verzamelen zich tientallen jongeren. De politie is ook aanwezig en observeert. Naast de deur van de fietsenstalling is het druk. Ik besluit via de tuin met mijn fiets naar binnen te gaan. Voor de de deur in de zijstraat bij de toegangsdeur zit een jongen op een scooter, in afwachting van iets. Even monsteren we elkaar.
Boven voor de grote ramen heb ik een goed uitzicht. Het wordt steeds drukker. Er worden bivakmutsen gedragen. Het is een spitsuur van langzaam voorbijrijdende personenwagens. Politiebusjes rijden af en aan. Mensen grabbelen in zakken, wat zit er in? Er gaat iets gebeuren, de groep wordt groter. Af en toe klinkt een harde knal.
Ik heb een vriend aan de telefoon en breng ondertussen verslag uit. In mijn woonkamer aangekomen doe ik geen lampen aan. Het voelt niet goed, zij in het halfdonker, ik in het licht.
Uiteindelijk gaat het los. Stenen vliegen richting politiebusjes, een brandblusser wordt leeggespoten. “Kankerjoduuuu!” is de strijdkreet. Binnen een minuut zijn alle ramen van de bushokjes eruit. Een jongen brengt met een kickbokstrap een ruit de genadestoot toe. De tuinhekken van mijn onderburen worden losgetrokken en er wordt een brandstapel mee gemaakt, op een paar meter van hun ramen. Een kruiwagen gaat erop, stoelen, een tankje benzine wordt in het vuur gegooid.
Vanuit de kamer van mijn dochter kan ik het beter zien. Flakkerend oranje licht verlicht haar hoogslaper, haar knuffels. Het vuur slaat over naar een bestelbusje, die helemaal afbrandt. Gejuich. Een vuurwerkbom ontploft in het vuur. De stenen gaan vooralsnog van rechts naar links maar ik weet niet waar het ophoudt. Ik draai de ventilatie dicht, het begint te stinken naar verbrand plastic en andere zooi. De vonken komen hoger dan het huis. Een groeps-appje laat zien dat de ruiten van en naast onze toegangsdeur zijn ingegooid. Later zie ik op een filmpje hoe een fotograaf een steen tegen zijn achterhoofd gesmeten krijgt.
De ME treedt aan, en op. Busjes jagen de relschoppers de zijstraten in, het wordt snel rustiger. Na een poos verschijnen de mannen van de brandweer, ME’ers met schild en wapenstok zorgen dat die hun werk kunnen doen. Een paar fotografen leggen de uitdovende brand vast. Af en toe zie je een enkeling haastig weglopen.
Ik doe de lichten maar weer aan. Ik heb nog geen avondeten gehad, en snaai hapsnap wat naar binnen. Bel met deze en gene. Moet even delen. Een paar uur later lukt het me om de slaap te vatten.
Er is een flinke hap uit de ochtend. Ik ben inmiddels weer, matig uitgerust, terug op mijn atelier. De grondverf lichtjes schuren, moet ik. En dan de echte verf erop. En daar weer spuitbus overheen, en daarna papier snijden en tussen glas plaatsen.
Mijn telefoon klinkt. Weer een doorgestuurde app-oproep. Daarin:
Rellen 2.0
Morgen maken we kapot
neem alles en iedereen mee
CHAOS!!
De gekozen plek is deze keer aan de andere kant van mijn straat.
Zin in een betere tijd dan deze.
Dingen kapot maken kan iedereen. Afbranden ook. Vandaag maak ik iets.
Achter de wolken verschijnt ooit weer een reeguboog. En moieit.